Defenz Logo Wit Tepper Op Maat

Bezint eer gij begint; de € 5.000,– regeling van IMG

Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) heeft bekendgemaakt dat de afhandeling van fysieke schade zal worden aangepast met een vernieuwde aanpak. De vernieuwde aanpak komt er kortgezegd op neer dat als voor het eerst op een adres schade wordt gemeld, de schademelder de mogelijkheid heeft te kiezen voor een vaste vergoeding van € 5.000,–. De schademelder ziet in dat geval af van een beoordeling van de schade door een IMG deskundige. IMG geeft aan dat hiermee eenvoudige schades snel en eenvoudig kunnen worden afgehandeld.

Hoewel deze vernieuwde aanpak op het eerste gezicht doet voorkomen alsof IMG de Groningers tegemoet wil komen, wat in bepaalde gevallen ook zeker het geval zal zijn, zitten er belangrijke juridische haken en ogen aan deze € 5.000,– regeling. In deze blog wordt ingegaan op de belangrijkste risico’s van het aanvaarden van de € 5.000 regeling. Voordat daarop wordt ingegaan, is het van belang om eerst het bewijsvermoeden te bespreken.

Het bewijsvermoeden

Om eigenaren van onroerende zaken tegemoet te komen in hun bewijspositie, heeft de wetgever in artikel 6:177a lid 1 BW bewijsvermoeden opgenomen dat betrekking heeft op fysieke schade. Inmiddels is het vaste rechtspraak dat het bewijsvermoeden in ieder geval van toepassing op scheurvorming in (de afwerking van) binnenmuren, gevels, plafonds en vloeren. Ook is het bewijsvermoeden van toepassing op verzakkingen c.q. ongelijkmatige zettingen.

Als het bewijsvermoeden van toepassing is op een specifieke schade, dan wordt vermoed dat die schade het gevolg is van de gaswinningsactiviteiten en is het vervolgens aan NAM/IMG om dat vermoeden te weerleggen. Belangrijk is overigens dat het bewijsvermoeden ook van toepassing is op een verergering van de schade. Hiermee bedoel ik te zeggen dat NAM/IMG ook aannemelijk zal moeten maken dat een scheur niet is verergerd door de gaswinningsactiviteiten.

Op 24 januari 2019 heeft een Panel van Deskundigen aan IMG een advies uitgebracht, dat door IMG is overgenomen. Uit dat advies volgt dat het bewijsvermoeden pas is weerlegd, als IMG evident en aantoonbaar een andere oorzaak als uitsluitende oorzaak voor de schade kan aanwijzen en (één of meer) bodembewegingen voor het ontstaan van de schade geen rol gespeeld hebben.

Het bewijsvermoeden is voor de eigenaren van onroerende zaken een belangrijk wapen in de strijd tegen NAM/IMG. Duidelijk is geworden dat, met name bij scheurvorming in gevels/binnenmuren/vloeren/plafonds, het voor IMG lastig is het bewijsvermoeden te weerleggen. Als IMG er niet in slaagt het bewijsvermoeden te weerleggen, maakt de schademelder aanspraak op een vergoeding van de herstelkosten van die schade. Slaagt IMG er wel in het bewijsvermoeden te weerleggen, dan komt de bewijslast bij de schademelder te liggen en zal de schademelder moeten bewijzen dat de schade wél het gevolg is van de gaswinning.

De (mogelijke) risico’s van het aanvaarden van de € 5.000,– regeling

Op de website van IMG wordt aangegeven dat de € 5.000,– regeling alleen van toepassing is op adressen die binnen het zogeheten effectgebied liggen.  (1) Het effectgebied is het gebied waarbinnen IMG het bewijsvermoeden van toepassing acht. (2)

Concreet betekent dit dat de schademelders die in aanmerking komen voor de € 5.000,– regeling, zonder meer een beroep kunnen doen op het bewijsvermoeden en dat het dus aan IMG is om per schade te bewijzen dat de schade niet het gevolg is van de gaswinning.

Als een schademelder ervoor kiest de € 5.000,– regeling te accepteren, dan doet hij dat tegen finale kwijting. Finale kwijting wil zeggen dat alle schades (en gevolgschades) die op dat moment aanwezig zijn, onder de € 5.000,– regeling vallen en dat de schademelder ten aanzien van die schades (en gevolgschades) dus geen vordering meer heeft op IMG. IMG geeft daarbij tevens aan dat alleen als zich een nieuwe beving voordoet waarbij op basis van de nieuwste inzichten wordt vastgesteld dat de beving tot nieuwe schade kan hebben geleid, er een nieuwe schademelding kan worden gedaan.

Dit is waar het risico van het aanvaarden van de € 5.000,– regeling in is gelegen; de finale kwijting en het alleen kunnen melden van nieuwe schade als er een beving plaatsvindt die op basis van de nieuwste inzichten tot schade kan hebben geleid. Wat IMG bedoelt met de ‘nieuwste inzichten’ is niet duidelijk en wordt niet door IMG toegelicht. Ik ga ervan uit dat IMG dit criterium op een zodanige wijze zal toepassen, dat er een relatief zware beving moet plaatsvinden wil de schademelder met succes nieuwe schade kunnen melden.

De belangrijkste verschillen tussen beide regelingen; een voorbeeld

Ik zal de belangrijkste verschillen tussen de € 5.000,– regeling en de ‘reguliere IMG procedure’ toelichten aan de hand van een voorbeeld.

Stel dat een schademelder zes scheuren heeft geconstateerd aan zijn woning. Als de schademelder kiest voor de reguliere IMG procedure, gaat een IMG deskundige de woning van boven tot onder en van binnen tot buiten volledig inspecteren. De ervaring leert dat deze deskundige doorgaans (veel) meer scheuren/schades constateert dan de schademelder zelf heeft geconstateerd. Alle door de deskundige geconstateerde schades worden meegenomen bij de afhandeling van de schademelding en op alle scheuren is het bewijsvermoeden van toepassing.

Het komt ook regelmatig voor dat de IMG deskundige een scheur over het hoofd ziet, die korte tijd later alsnog door de schademelder wordt ontdekt. Wat ook denkbaar is, is dat de schademelder voor het eerst zijn kruipruime betreedt en scheuren ziet in zijn fundering, die niet zijn meegenomen in de schademelding omdat de IMG deskundige in beginsel niet de kruipruimte betreedt. Alle scheuren die na de afhandeling van de schademelding worden ontdekt (of die nadien zijn ontstaan), kunnen echter zonder meer gemeld worden door de schademelder en op al die scheuren is het bewijsvermoeden van toepassing. Belangrijk hierbij is dat alle bevingen die hebben plaatsgevonden nadat de woning is gebouwd, betrokken worden bij de toepassing van het bewijsvermoeden en dus een rol kunnen hebben gespeeld bij het ontstaan van de schade, tenzij IMG kan aantonen dat de later gemelde schade niet aanwezig was tijdens de behandeling van de eerdere schademelding.

Stel nu dat de in het voorbeeld genoemde eigenaar niet gekozen had voor de reguliere IMG procedure, maar voor de € 5.000,– regeling , in de veronderstelling dat sprake was van zes scheuren. In dat geval vallen alle scheuren onder de € 5.000,– regeling, dus ook de scheuren die de schademelder over het hoofd heeft gezien en die hij later pas heeft ontdekt. De schademelder komt in dat geval geen aanspraak toe op vergoeding van die later ontdekte schades. Voor schades die na de schademelding zijn ontstaan, is de mogelijkheid om die schades te melden en vergoed te krijgen ook beperkt, omdat daarvoor vereist is dat na de schademelding een voldoende krachtige beving heeft plaatsgevonden. Anders gezegd, alle bevingen die hebben plaatsgevonden vóór de eerste schademelding, zijn irrelevant geworden bij de beoordeling van de nieuwe schademelding. Er is dus een reëel risico dat de schademelder geen vergoeding krijgt voor de scheuren die later zijn ontstaan.  Mijn verwachting is bovendien dat met name voor de scheuren aan fundering en kruipruimtes, het beleid van IMG zal zijn dat die scheuren alleen kunnen zijn veroorzaakt door een aanzienlijk zware nieuwe beving.

Wat op dit moment nog onduidelijk is, is of een schademelder die gekozen heeft voor de € 5.000,– regeling ook aanspraak kan maken op de SNN waardevermeerderingsregeling. Dit is een subsidie van € 4.000,– die door de schademelder kan worden aangevraagd bij SNN en die door de schademelder aangewend moet worden voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen (denk aan zonnepanelen en isolatie). Als voorwaarde om in aanmerking te komen voor deze subsidie, is namelijk vereist dat de schademelder kan aantonen dat zijn pand tenminste € 1.000,– aan erkende aardbevingsschade heeft opgelopen.(3) IMG geeft op zijn website geen duidelijkheid over de vraag of de € 5.000,– regeling al dan niet valt aan te merken als een erkenning van aardbevingsschade. Pas als IMG de € 5.000,– regeling volledig heeft uitgewerkt op zijn website, wordt (waarschijnlijk) duidelijk of aanvragers ook een beroep kunnen doen op de SNN waardevermeerderingsregeling.

Afsluiting
Het is duidelijk als u overweegt akkoord te gaan met de € 5.000,– regeling, u een volledig beeld moet hebben van alle schades aan uw pand. U moet weten wat de ernst is van de schades, wat de herstelkosten zijn en, zeker niet onbelangrijk, u moet er zeker van moeten zijn dat er geen verborgen schades zijn. Bij verborgen schades moet u bijvoorbeeld denken aan schades die de u op het eerste oog niet heeft gezien/die niet direct zichtbaar zijn, zoals schades aan funderingen of aan niet zichtbare vloer- of dakconstructies.

Daar komt bij dat als na het akkoord gaan met de € 5.000 — regeling nieuwe schades ontstaan, het  aanzienlijk lastiger zal zijn om met succes een nieuwe schademelding te doen, omdat in dat geval de schademelding alleen in behandeling wordt genomen als zich een beving heeft voorgedaan die naar de visie van IMG voldoende krachtig is geweest.

Heeft u vragen met betrekking tot deze blog of wilt u juridische advies met betrekking tot (de afhandeling van) een schademelding, dan kunt u daartoe met mij contact opnemen via feitsma@defenz.nl of via 06-30206377.

_______________________

(1) Voor informatie over het effectgebied zie https://www.schadedoormijnbouw.nl/schade-gebouwen-objecten/schade-beoordelen/schade-en-geografische-afstand

(2) N.B. Volledigheidshalve wijs ik u erop dat dit het gebied is wat IMG aanmerkt als het effectgebied c.q. het gebied waar het bewijsvermoeden van toepassing is. Mijns inziens wil dit echter niet zeggen dat formeel juridisch een eigenaar buiten dat gebied niet ook een beroep kan doen op het bewijsvermoeden.

(3) Ter info: https://www.snn.nl/particulier/subsidie-waardevermeerdering

Geen tijd tijdens kantooruren? Geen probleem!

U kunt nu ook een afspraak maken op donderdagavond tussen 17:00 en 20:00 uur. Bel voor een afspraak:

088- 515 9099