In de paardensport kan een gebrek veel gevolgen hebben. Het paard kan erdoor bijvoorbeeld ongeschikt zijn als wedstrijdpaard. Voor de rechtbank Overijssel discussiëren koper en verkoper over de vraag of het ‘krampbeen’ (het paard tilt een achterbeen overdreven hoog op en houdt het daar een tijd) van een voor € 38.000,00 gekocht paard ertoe leidt dat het paard niet voldoet aan de koopovereenkomst.
Het krampbeen is voorafgaand aan de verkoop, tijdens de medische keuring door een dierenarts, al aan het licht gekomen. De verkoper zou tijdens de keuring hebben medegedeeld dat het been alleen trilt met optillen, maar dat van kramperigheid geen sprake is. De keuring is na deze constatering doorgezet en het paard is ondanks het trillende achterbeen medisch goedgekeurd. Opmerkelijk is dat de dierenarts in deze zaak kennelijk geen reden zag het paard af te keuren, ondanks de vaststelling dat er sprake was van trillingen in het achterbeen.
Aansprakelijkheid dierenarts
Een dierenarts is onderworpen aan het veterinair tuchtrecht. Het veterinair tuchtcollege beoordeelt aan de hand van een ingediende klacht of een dierenarts onjuist of nalatig heeft gehandeld. Zo ja, dan zal daar een tuchtrechtelijke sanctie aan kunnen worden verbonden. Er zijn geen kosten verbonden aan een klachtprocedure. Bij het veterinair tuchtcollege kan geen schadevergoeding wegens wanprestatie of onjuist veterinair handelen worden verkregen. De vraag of een schadevergoeding op zijn plaats is dient te worden voorgelegd aan de rechter. Of een dierenarts aansprakelijk is voor schade wordt beoordeeld aan de hand van de volgende norm: ‘heeft de dierenarts gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend dierenarts mocht worden verlangd’.
Achteraf kan het lastig zijn om vast te stellen of de dierenarts een fout heeft gemaakt die hem te verwijten valt. Voorkomen is dan ook beter dan genezen: ga niet lichtvaardig af op mededelingen van de verkoper en vraag bij twijfel altijd aan uw dierenarts om het mogelijke gebrek nader te onderzoeken. Wanneer de verkoper het paard al voor de verkoop heeft laten keuren is het altijd goed om uw eigen dierenarts of een Erkend Keuringsdierenarts Paard (EKP) in te schakelen en het paard ook zelf te keuren. Het is aan te raden het paard niet alleen klinisch (fysiek), maar ook röntgenologisch (door middel van röntgenfoto’s) te laten keuren. Dit laatste met name wanneer u het paard wilt gebruiken in de wedstrijdsport. De kosten die zijn verbonden aan een röntgenologisch onderzoek zijn het waard, helemaal als het paard achteraf een gebrek blijkt te hebben dat met een röntgenologisch onderzoek aan het licht was gekomen.
De uitspraak van de rechter
Ongeveer een maand na aankoop wil de koper weer van het paard af. De koper stelt dat zij binnen 14 dagen na aankoop heeft gemerkt dat het paard een krampbeen heeft (en dat er dus meer aan de hand is dan een trillend been). Zij stapt naar de rechter. De verkoper voert aan dat het dan op de weg van de koper ligt om nader onderzoek te doen naar het vermeende gebrek en dat een krampbeen geen belemmering hoeft te zijn voor de sport omdat het zich doorgaans niet toont in de beweging.
Voordat de rechter kan beoordelen of het paard wel of niet voldoet aan de overeenkomst, moet het krampbeen kunnen worden vastgesteld. Daarbij is van belang dat de rechter op medisch vlak doorgaans niet deskundig is. Voor de beoordeling van een gebrek en de gevolgen daarvan voor het voortbestaan van de koopovereenkomst heeft hij handvatten nodig. Daarom dient een procespartij zijn of haar stellingen te onderbouwen met bewijsmiddelen. In deze zaak is door de koper onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van een gebrek. De rechter kon daarom het gebrek niet vaststellen en de koopovereenkomst niet beëindigen.
Het onderbouwen van een gebrek
De rechter kan zelf of op verzoek van partijen een deskundige benoemen, bijvoorbeeld een EKP. Een EKP kan beoordelen of er sprake is van een gebrek, wat voor gebrek, de gevolgen van het gebrek voor het gebruiksdoel van het paard, hoe lang er al sprake is van het gebrek, hoe ernstig het gebrek is, enzovoorts. De EKP kan zijn bevindingen verwerken in een rapport. Het is belangrijk goede vragen aan de dierenarts te stellen, zodat het uiteindelijk op te stellen rapport een goed beeld geeft van het gebrek en de gevolgen daarvan.
Voorafgaand aan de procedure is er echter ook al een mogelijkheid om een deskundige in te schakelen. De procespartijen kunnen gezamenlijk een deskundige vragen een onderzoek uit te voeren, of de eisende partij kan om haar proceskansen in te schatten bijvoorbeeld zelf een deskundige inschakelen.
Daarnaast kunnen er foto’s worden gebruikt om het gebrek inzichtelijk te maken. Denk ook aan bijvoorbeeld getuigen. Wellicht is er iemand die het paard kent en kan getuigen over de aanwezigheid van het gebrek in de beweging van het paard, of over hoe het gebrek het gebruiksdoel van het paard beïnvloedt.
Conclusie
Laat een paard voor aankoop altijd keuren door een dierenarts. Ga daarbij niet af op mededelingen van de verkoper, maar laat uw dierenarts een gedegen onderzoek doen. Als de verkoper het paard heeft laten keuren, laat uw eigen dierenarts het paard dan ook keuren. Blijkt er ondanks de keuring toch iets mis en wilt u van de koop af, dan dient u voor de rechter goed te onderbouwen waarom u van de koopovereenkomst af wilt. Een dierenarts kan aansprakelijk zijn voor gemaakte fouten. Wilt u dat er iemand met u meekijkt? Als fervent liefhebber van de paardensport ben ik thuis in de paardenwereld. Ik sta u graag bij.
Rechtbank Overijssel, 21 maart 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:1040