Het Hof Amsterdam heeft op 17 december 2024 een opmerkelijke uitspraak gedaan wat vergaande gevolgen kan hebben voor de bouwsector. De vervaltermijnen voor aansprakelijkheid voor verborgen gebreken die in de AVA zijn opgenomen (van twee, vijf of tien jaar) zijn namelijk als onredelijk bezwarend geacht door het Hof en moeten daarom voor consumenten buiten toepassing worden gelaten (ECLI:NL:GHAMS:2024:3490).
Vervaltermijnen in de AVA 2013
In nagenoeg alle algemene voorwaarden die in de bouw worden gehanteerd, komen vervaltermijnen voor. Na die vervaltermijn is het voor een opdrachtgever niet meer mogelijk om de aannemer aan te spreken. Deze termijnen zijn niet te verlengen. In de AVA 2013 geldt een termijn voor twee jaar als een verborgen gebrek in de onderhoudstermijn is opgetreden, een termijn van vijf jaar als een verborgen gebrek na de onderhoudstermijn optreedt. Als het om een ernstig gebrek gaat, geldt er een vervaltermijn van tien jaar. Het gebrek moet zijn opgetreden als gevolg van een omstandigheid die toe te rekenen is aan de aannemer.
Uitspraak van het Hof
Het Hof komt in deze zaak tot de conclusie dat de vervaltermijnen in de AVA 2013 veel nadeliger zijn voor consumenten dan die in het Burgerlijk Wetboek. Zo kan een wettelijke verjaringstermijn gestuit worden, een vervaltermijn niet. Dit betekent dat er binnen de vervaltermijn een dagvaarding moet worden uitgebracht om geen rechten te verliezen. Bovendien kunnen deze vervaltermijnen, in tegenstelling tot de wettelijke verjaringstermijn van twee jaar, al gaan lopen voordat het gebrek is ontdekt. De consument komt hierdoor in een aanzienlijk slechtere positie te verkeren dan de wettelijke regeling.
Het Hof komt dan ook tot oordeel dat de vervaltermijnen uit de AVA 2013 onredelijk bezwarend zijn en daarom door consumenten kunnen worden vernietigd. De termijnen vervallen dan, zodat de aannemer hier geen beroep op kan doen.
Gevolgen voor de praktijk
Dit oordeel kan vergaande consequenties hebben, omdat in bijna alle algemene voorwaarden die in de bouw worden gehanteerd, vervaltermijnen voorkomen. Vraag is wel in hoeverre deze uitspraak doorwerkt naar andere algemene voorwaarden, zoals de UAV 2012 (versie 2025) en de DNR 2011. Bovendien is het nog aan de Hoge Raad om een eindoordeel te vellen of de vervaltermijnen daadwerkelijk onredelijk bezwarend zijn voor consumenten.
Contact
Heeft u vragen over deze uitspraak of over een vervalbeding in een aannemingsovereenkomst? Neem dan contact met mij op voor een vrijblijvend juridisch advies.