Defenz Logo Wit Tepper Op Maat

Een raam met een uitzicht

Iedereen wil graag prettig wonen en van zijn woonomgeving genieten. Soms wordt dat woongenot verstoord als de woning van de buren een raam heeft aan de kant waar de andere buren een dakterras hebben. Als de buren onderling geen oplossing kunnen bereiken, kan de irritatie soms zo hoog oplopen dat de buren met elkaar in een gerechtelijke procedure verzeild raken.

 

Zo ook de appartementseigenaar van wie het raam in de gevel van het appartementsgebouw een paar verdiepingen hoger lag dan het dakterras van de andere buurman De eigenaar van het dakterras kon dat raam vanaf zijn dakterras zien en voelde zich bespied. Hij wilde daarom dat het raam blijvend werd geblindeerd. De appartementseigenaar wilde het raam niet blinderen, maar het uitzicht van het raam behouden.

 

De eigenaar van het dakterras beriep zich op artikel 5:50 BW. Dit artikel bepaalt dat het niet geoorloofd is om binnen twee meter van de grenslijn van een naburig erf vensters of andere muuropeningen, danwel balkons of soortgelijke werken te hebben, voorzover die op het erf uitzicht geven, tenzij de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven. Dit artikel is bedoeld om de mogelijkheid van uitzicht te beperken. Vensters binnen twee meter zijn op grond van artikel 5:51 BW toegestaan als die zijn vastgezet (en dus niet kunnen worden geopend) en ondoorzichtig zijn gemaakt.

 

De gevel van het appartementsgebouw en de gevel van het gebouw met het dakterras stonden in dit geval hemelsbreed wel binnen een afstand van twee meter. Het raam lag echter een paar verdiepingen hoger dan het dakterras. De afstand tussen het raam en het dakterras was meer dan twee meter. De appartementseigenaar kon alleen op het dakterras uitkijken als hij met zijn neus tegen het raam gedrukt naar beneden zou kijken. De rechter oordeelde dat er in strijd met artikel 5:50 BW wordt gehandeld als de ramen en deuren die – bezien vanuit de positie dat men voor de raam- of deuropening staat- recht naar voren uitzicht geven op het naburige erf. Dus is artikel 5:50 BW alleen van toepassing bij uitzicht recht vooruit. Het bewuste raam gaf daarentegen geen uitzicht op het dakterras als men recht vooruit keek en bovendien was de afstand tussen het raam en het dakterras meer dan twee meter, zodat het raam niet op grond van artikel 5:50 BW geblindeerd behoefde te worden.

 

De eigenaar van het dakterras had ook een beroep gedaan op artikel 5:37 BW doordat hij zich in zijn privacy aangetast voelde. Dit artikel bepaalt dat het toebrengen van (onrechtmatige) hinder niet is toegestaan. Het is vaste jurisprudentie dat niet iedere vorm van hinder onrechtmatig is. Het leven in een min of meer dichtbevolkt land als Nederland brengt voor buren namelijk mee zowel de plicht om rekening met elkaar te houden, als de gehoudenheid om verdraagzaam te zijn. Een bepaalde mate van hinder zal daarom moeten worden aanvaard. Waar de grens ligt tussen nog te dulden hinder en onrechtmatige hinder is in zijn algemeenheid niet te zeggen. Volgens de jurisprudentie is dat afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden.

 

De rechter oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatige hinder. Er was namelijk alleen maar een indirect uitzicht over een afstand van aanzienlijk meer dan twee meter. Bovendien stonden het appartementsgebouw en het gebouw met het dakterras in een dichtbebouwde stedelijke omgeving zodat enige hinder inherent aan de omgeving is. Ook op deze grond behoefde het raam niet geblindeerd te worden.

 

Het raam blijft dus een raam met uitzicht.

 

Geen tijd tijdens kantooruren? Geen probleem!

U kunt nu ook een afspraak maken op donderdagavond tussen 17:00 en 20:00 uur. Bel voor een afspraak:

088- 515 9099