In Nederland worden verreweg de meeste beëindigingen van een arbeidsovereenkomst geregeld via een vaststellingsovereenkomst. Na het treffen van zo’n overeenkomst wil je geen verder “gedoe”. In vrijwel alle modelovereenkomsten is daarom aan het einde een “finale kwijting” opgenomen met vaak een mooie toverformule, zoiets als:
“Behoudens voor zover het de uitvoering van uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen betreft, hebben werkgever en werknemer met betrekking tot de arbeidsovereenkomst en de beëindiging daarvan niets meer van elkaar te vorderen en verlenen zij elkaar finale kwijting”.
Maar wat nou als in de arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding of relatiebeding staat? Of een geheimhoudingsbeding? Vaak heb je als werkgever er groot belang bij dat het relatie- of concurrentiebeding geldig blijft. Dit beding is niet voor niets juist in de arbeidsovereenkomst opgenomen om schade na vertrek van de werknemer zoveel mogelijk te beperken!
Zeer recent moest de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland zich hierover buigen. Een werkgever had bij indiensttreding in de arbeidsovereenkomst een geheimhoudingsbeding en een relatiebeding laten opnemen. Aan overtreding daarvan was een forse boete gekoppeld. Een jaar later wilden partijen weer uit elkaar en sloten ze een vaststellingsovereenkomst. Die was kort maar krachtig. De bedrijfsfiets moest worden ingeleverd en partijen zouden zich niet negatief over elkaar uitlaten tegenover derden. Over een concurrentiebeding, relatiebeding of geheimhouding werd niets opgenomen. Wel werd wel een gebruikelijk beding van finale kwijting opgenomen. De werknemer ging vervolgens nieuwe werkzaamheden uitvoeren bij een andere werkgever. En trok zich niets aan van het geheimhoudingsbeding en het relatiebeding uit de arbeidsovereenkomst bij zijn ex-werkgever. Deze ex-werkgever leed daardoor forse schade. Hij vroeg in kort geding veroordeling van de werknemer om zijn werkzaamheden bij de nieuwe werkgever te staken op straffe van een dwangsom en claimde een contractuele boete van maar liefst € 249.000,00!
De kantonrechter was heel duidelijk. Als een werkgever wil dat bepalingen/bedingen in de arbeidsovereenkomst ook na einde van de arbeidsovereenkomst hun werking houden (zoals een relatiebeding en geheimhoudingsbeding maar ook een concurrentiebeding), dan ligt het op zijn weg om dit expliciet tijdens de onderhandelingen bij en het opstellen van een vaststellingsovereenkomst ter sprake te brengen. Als dat niet gebeurt en vervolgens in de vaststellingsovereenkomst een finale kwijting wordt opgenomen waarin staat dat voor wat betreft de beëindiging en de inhoud van de arbeidsovereenkomst niets meer tussen partijen zal gelden, dan kan de werknemer ook niet meer worden gehouden aan een geheimhoudingsbeding of relatiebeding.
Hier geldt weer: ook een vaststellingsovereenkomst is maatwerk. Laat je goed voorlichten en grijp niet te snel naar modelovereenkomsten!
(Rechtbank Midden-Nederland d.d.11-1-2019 ECLI:NL:RBLEE:2019:210; AR Updates 2019 nr. 0089)