Onrust over voorstel
In een persbericht van 3 juni 2015 heeft mr. J.M. Rowel-van der Linde, voorzitter van het Centraal Medisch tuchtcollege voor de gezondheidszorg, gereageerd op de stelling in NRC en NRC Next dat het tuchtrecht in de gezondheidszorg een strafrecht light wordt en dat er in tuchtzaken van minimum maatregelen zou moeten worden uitgegaan.
Persbericht
De link naar de tekst van het persbericht is hieronder weergeven. Met name trekt de aandacht de oplegging van de sancties “waarschuwing” en “berisping”. De te kiezen sanctie is afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid, waar echter geen duidelijk criteria voor zijn. Het presidium van het Centraal tuchtcollege heeft nu aanbevolen om bij de motivering van op te leggen maatregelen uit te gaan van een berisping en een afwijking daarvan te motiveren. In de pers is dit uitgelegd als zou in beginsel bij een verwijtbare gedraging een berisping moeten worden opgelegd, tenzij er sprake is van een duidelijk mindere verwijtbaarheid, waar dan een waarschuwing zou kunnen worden opgelegd. Dit geldt dan ook de andere kant op: Wanneer er sprake zou zijn van een verdergaande verwijtbaarheid, kan een al dan niet tijdelijk beroepsverbod worden opgelegd. De voorzitten van het Centraal tuchtcollege bestrijdt nu deze interpretatie in de pers.
Of het enkel een kwestie van motivering is, is lastig te zeggen. Als een beslissing niet goed gemotiveerd kan worden, zal een andere beslissing moeten worden genomen. Wanneer dus niet goed beredeneerd kan worden dat een berisping een te zware maatregel is, zal een berisping moeten worden opgelegd. Voorheen konden de tuchtcolleges de feiten en omstandigheden vrij wegen en tot een waarschuwing komen. Deze vrije weging heeft vanzelfsprekend het gevaar in zich dat er rechtsongelijkheid ontstaat en dit is juist wat nu in wetenschappelijk onderzoek is aangetoond. Het voorstel het presidium is ingegeven door de resultaten van dit wetenschappelijk onderzoek. Te verwachten valt dat thans vaker de maatregel van berisping zal worden opgelegd. Het direct effect van een berisping is anders dan van een waarschuwing. Een berisping wordt in het BIG-register aangetekend, een waarschuwing niet. Het verschil is echter ook van belang wanneer een (para)medicus andermaal de fout in gaat. Een tweede (voorgenomen) berisping kan al snel tot een al dan niet tijdelijk verbod om het beroep uit te oefenen aanleiding geven. In de praktijk zijn daarom wel gevolgen te verwachten van de aanbeveling van het presidium.
4 juni 2015
Gerrit Wempe
Vindplaats persbericht:
Vindplaats artikel Maatregelen tuchtrecht gezondheidszorg van Mr. C.M. de Klerk en mr. E.T.M. Olsthoorn-Heim: