Buren kunnen elkaar soms het bloed onder de nagels vandaan halen met geluid, stank of exotische bouwwerken. Maar wanneer is overlast of hinder ‘asociaal genoeg’ om juridisch relevant te zijn? Is er wat te doen tegen die eindeloze feestjes of het afvalverwerkingsbedrijf dat zich kort geleden heeft gevestigd in de buurt en structureel de eetlust ontneemt? Of het vooruitzicht dat de buren aan de overkant een verdieping hoger willen bouwen waardoor het voorheen idyllische uitzicht volledig verdwijnt?
De wet
In het Nederlandse rechtssysteem hebben we een wetsartikel dat houvast biedt. Dit is artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel bepaalt:
‘Een eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 (artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, red.) onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.’
Uit het artikel volgt al dat alleen toebrengen van hinder onvoldoende is om te spreken van overlast die in het recht relevant is. De hinder moet namelijk ook in een mate of op een wijze die volgens artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek onrechtmatig zijn. Dat laatste houdt in dat er sprake moet zijn van een inbreuk op een recht of van strijd met wat wij in onze maatschappij normaal vinden. In deze blog neem ik als uitgangspunt het laatste soort onrechtmatigheid: strijd met wat wij in onze maatschappij normaal vinden.
Maar hoe nu te meten wanneer we eigenlijk iets normaal vinden? Het is goed voor te stellen dat de een vindt dat een verbouwing van vier maanden ‘moet kunnen’ en een ander stelt dat het een ondraaglijke situatie oplevert.
Uitwerking in jurisprudentie
De Hoge Raad, ons hoogste rechtsinstantie, heeft ons met een aantal arresten (uitspraken) handvatten gegeven voor de beoordeling van onrechtmatigheid van hinder. Deze handvatten moeten door de rechters worden toegepast. (Zie als mooi voorbeeld het arrest van de Hoge Raad (HR 3 mei 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0235) over onkruidzaden die van de buren overwaaiden naar een boomkwekerij. De Hoge Raad oordeelde hier dat de rechtbank de juiste maatstaf had gehanteerd.) De handvatten aan de hand waarvan onrechtmatige hinder beoordeeld moet worden, zijn:
– Aard;
– Ernst;
– Duur;
– Schade;
– Overige omstandigheden.
Aard
Allereerst de aard van de hinder. Daarover kan ik kort zijn: dat er verschillende soorten hinder zijn, mag inmiddels duidelijk zijn. Logisch ook dat niet dezelfde normen gelden voor de verschillende soorten.
Ernst
Ook het aspect van ernst is iets dat weinig uitleg behoeft. Sommige hinderlijke activiteiten zijn lang niet zo ernstig als de andere: sommige activiteiten moeten we van elkaar nu eenmaal tolereren.
Duur
Daarnaast is ook de duur van de hinderlijke activiteit relevant. Er moet sprake zijn van een zekere continuïteit. Een verbouwing van twee weken of een kind dat een keer in de maand blijft logeren en regelmatig huilt, kan vervelend zijn, maar levert geen onrechtmatige hinder op. Staat er sinds kort een stacaravan tegen de erfgrens waar de vijf- tot achttienjarigen uit de buurt elke nacht van donderdag tot zondag schreeuwen, wordt het al anders.
Schade
Het vierde punt dat rechters meewegen, is het punt van schade. Als de schade minimaal is, is kans op succes bij juridische stappen ook kleiner. Een klassiek voorbeeld biedt de zaak waarin de kassen van een glastuinbouwer vervuild werden door bijenspat. De schade was hier nagenoeg verwaarloosbaar, wat maakte dat de Hoge Raad oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatige hinder (HR 28 april 1995, ECLI:NL:HR:ZC1717).
Overige omstandigheden
Tot slot zijn ook overige omstandigheden van belang – met name plaatselijke omstandigheden. Zo is het goed voor te stellen dat iemand meer moet dulden in de stad dan iemand die in een hutje op de hei zit. Ook kan meespelen de vraag ‘wie er het eerst zat’. Een woning kopen boven een populaire kroeg is anders dan een kroeg die ineens in een woonwijk opduikt.
Volgende keer
In volgende blog ga ik verder met het onderwerp en kijk ik onder meer naar wat er gedaan kan worden als er sprake is van onrechtmatige hinder. In een latere blog komt ook aan bod wat er gedaan kan worden als niet een eigenaar, maar een huurder de hinder veroorzaakt